*DIB vzw heeft op 9/1/2017 de officiële toestemming gekregen van "License 2 Publish" om persartikelen kosteloos te plaatsen op de website www.desinbelgium.be
Archief infosite over DES (Diëthylstilbestrol) in België 2016-2024
De oprichting van het DES-informatiecentrum in België kreeg de meeste media-aandacht en werd opgenomen in Gazet van Antwerpen, Het Volk, Het Belang van Limburg, De Standaard, De Morgen, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws, maar ook in de Streekkrant, het krantje van de Stad Leuven en de Passe Partout. De artsenkrant bracht in febr '93 verslag uit over de infodag in Leuven.
Het nieuws over het Internationaal DES congres in Brussel werd opgenomen in Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad en de Gazet van Antwerpen.
Wat de tijdschriften betreft werd het persbericht over de oprichting van het DES-centrum opgenomen in ‘Opzij Vlaanderen’ en ‘Goed Gevoel’. Andere tijdschriften kregen een tweede maal een persbericht toegestuurd en publiceerden het dan pas : Flair, Knack, Kind & Gezin, S-Magazine, Onze Tijd, Profiel, Tijdschrift van de KAV en Humo publiceerden een interview met Anita Vandersmissen.
In Wallonië verscheen er naar aanleiding van de uitzending van de RTBF over DES 3 krantenartikels en 1 artikel in een tijdschrift.
Naar aanleiding van de DES informatie-avond in 2007 verscheen er nog een artikel in de GvA en het jaar daarvoor verscheen er een artikel in DS over Sarah van Laer
Voor zover bekend, zijn er over het DES hormoon 30 artikels verschenen in kranten en tijdschriften samen. Dat is meer dan aanvankelijk gedacht.
De DES zaak kende zijn ontstaan in 1971toen een arts in Boston ‘clear cell kanker’ vaststelde bij 7 jonge vrouwen. Dit betekent dat er over een periode van 25 jaar, minstens (maar vermoedelijk ook hoogstens) 30 artikels zijn verschenen, wat uiteindelijk weinig is voor een zaak die heel groot is qua omvang en waar in Nederland veel meer aandacht aan besteed is. De eerste artikels in de Vlaamse pers zijn gelinkt aan de oprichting van het DES centrum in België in 1993. Deze gebeurtenis heeft het meest kranten kunnen boeien, maar daarna is de aandacht afgezwakt tot bijna nihil. Gedurende twintig jaar is er dus ook niet bericht over de DES zaak terwijl het in Nederland in 1981 of ‘82 voor het eerst in de geschreven pers verscheen (De Volkskrant).
Het DES hormoon is een typevoorbeeld van corporate crime. Dit synthetische hormoon werd ontwikkeld door Dodds en leek een aantrekkelijke toepassing voor de vleesindustrie en geneesmiddelen-industrie. Het echtpaar Smith en Smith zocht naar toepassingen en kwam tot de vaststelling dat het hormoon miskramen tijdens de zwangerschap zou tegengaan (er was geen controlegroep). Omdat Dodds geen patent had genomen op dit hormoon kon de farmaceutische industrie naar hartelust het medicijn commercialiseren. Vanaf 1953 werd DES verspreid op grote schaal in Nederland. Op datzelfde ogenblik deed een zekere Dieckman onderzoek naar de werking van DES en constateerde dat het medicijn geen effect had op het tegengaan van miskramen (er was hier wel een controlegroep). In 1971 stelde de arts in Boston vast dat DES kankerverwekkend was. In Amerika werd het meteen verboden, in Europa duurde het wat langer. Onderzoek door de RTBF voor een reportage wijst uit dat DES tot 1983 op de markt was in België.
In 1981 wordt het DES centrum in Nederland opgericht. In 1986 starten zes vrouwen in Nederland een proces tegen de farmaceutische industrie. Er gebeurt verder onderzoek en DES zou leiden tot een speciale vorm van baarmoederhals-kanker bij DES dochters, een verhoogd risico op zwanger-schapscomplicaties: miskramen, vroeggeboortes en onvruchtbaarheid voor DES dochters, een verhoogde kans op borstkanker bij DES moeders, afwijkingen aan de geslachtsorganen bij DES dochters en DES zonen.
Recent onderzoek zou aanwijzingen bevatten dat ook DES dochters tijdens de menopauze een verhoogde kans op borstkanker hebben.
Het DES hormoon werd op de markt gebracht ook al stierven de proefdieren ten gevolge van kanker. Het hormoon werkte niet tegen miskramen. Het leidde tot de schadelijke gevolgen hierboven opgesomd. Het bleef op de markt tot 1983 toen het al 10 jaar verboden was in Amerika.
Alle ingrediënten van corporate crime zijn aanwezig (Gudrun Vande Walle, 2005), de vraag is nu waarom er zo weinig aandacht is besteed aan het DES drama inde geschreven pers. Uit het academische stuk kunnen we een aantal bevindingen lichten die mogelijks de beperkte aandacht voor DES in België kunnen belichten.
Criminaliteitsnieuws wordt gemaakt op basis van nieuwsbronnen. Nieuwsbronnen zijn die individuen, organisaties en instituties die de journalist van informatie voorzien waarop nieuwsartikels vaak gebaseerd zijn. In relatie tot het criminaliteitsnieuws zijn politie, gevangenissen, politici en slachtofferorganisaties sleutelbronnen (Greer, 2005). Dat er in 1993 een DES centrum werd opgericht lijkt deze stelling te ondersteunen. Er was toen veel aandacht in de media voor het DES centrum. Dit toont echter ook aan dat de media misschien nu nog niets over DES zouden gepubliceerd hebben mocht het DES centrum in België er in 1993 niet gekomen zijn. Verslaggeving van criminaliteit kost tijd, geld en inspanning. Er wordt gezocht naar efficiëntie en kosten effectiviteit, door zich te concentreren op beperkte middelen rond bronnen die consistent betrouwbare informatie kunnen verlenen. De politie en instellingen van justitie voorzien in een significant aandeel van informatie (Greer, 2005). DES is een geval van corporate crime en zal in die tijd niet opgespoord zijn door de bijzondere inspectiediensten of de politie. Tot dusver weet er niemand of politie en/of parket de DES zaak ooit onderzocht heeft.
Chermark en Sanders & Lyon hebben aangetoond dat de massa media sterk leunen op politionele en justitiële bronnen voor hun informatie. Media steunen vaak op selectieve data die de politie hen verstrekt. Op die manier belichten ze vooral wat de instellingen bij justitie zien als criminaliteit en zo wordt ook bijgedragen aan de agenda van de politie. Op die manier wordt criminaliteit een afgebakend domein waarover media rapporteren (Ferrel, 2003). De geschreven pers in Vlaanderen lijkt sterk te leunen op wat officiële instellingen beschouwen als primordiale vormen van criminaliteit. In die zin lijkt de pers in Vlaanderen zich minder op te werpen als een vierde macht, aangezien het niet tegen de schenen wil schoppen van de economische elites zoals de farma-industrie terwijl ze zich kunnen beroepen op de persvrijheid.
Corporate crime is behept met de mythe dat het hier om een moeilijke materie gaat. Criminaliteit achter de muren van organisaties zou moei-lijker te begrijpen zijn dan de huis-tuin-en-keuken criminaliteit waar-mee iedereen op straat wordt geconfronteerd (van de Bunt& Huisman, 2004).
Doordat corporate crime veelal leidt tot een onzichtbaar slachtofferschap, door de afstand in tijd en ruimte (Vande Walle, 2004) is het moeilijk om het verhaal in de krant te brengen, want individuele slachtoffers zijn prominent geworden in criminaliteitsberichtgeving (Reiner, 2002). Want wie en waar zijn de slachtoffers van DES in België?
In Nederland heeft er zich een wisselwerking voorgedaan tussen het DES centrum en de media. Door de media werd het DES centrum bekender, kreeg het financiële middelen van de overheid die zich niet ongemoeid kon laten, werd er opgeroepen om zich te laten onderzoeken op DES, en kreeg je een sterke slachtoffergroep die uiteindelijk de belangen is gaan behartigen van 20.000 mensen.
Door die uitgebouwde slachtoffer-groep en de registratie van de slachtoffers wordt het slachtoffer zichtbaar en wordt er onderzoek gevoerd naar andere schadelijke gevolgen.
In België was er geen kapstok zoals in Nederland. Corporate crime wordt vooral belicht als er een boete of veroordeling aan vast hangt (Levi, 2006).
Of de DES zaak in Nederland werd geframed als corporate crime kunnen we op basis van dit onderzoek naar de representatie van corporate crime in de Vlaamse geschreven pers niet zeggen. In Nederland werd er echter wel een proces gevoerd door zeven activistische vrouwen tegen de farma-industrie. We kunnen aannemen dat de verslaggeving alvast een juridisch frame heeft gekregen en dat de representatie toch het criminele gedrag van de farmabedrijven heeft aangetoond.
We kunnen wel met enige zekerheid stellen dat het slachtofferschap maatschappelijk erkend werd dankzij de verslaggeving over de DES zaak. De DES betrokkenen werden in beeld gebracht als het slachtoffer van corporate crime.
Het criminaliteitsnieuws dat wordt opgenomen in de krant heeft dus ook een reactief karakter en geen pro-actief. Politie treden vooral reactief op, wat betekent dat ze niet actief op zoek gaan naar misdrijven.
Het criminaliteitsnieuws in België is in sterke mate reactief terwijl corporate crime en witteboorden-criminaliteit juist pro-actief moeten worden opgespoord. Journalisten speuren zelf niet naar corporate crime maar wachten op wat hetparket hen aanbiedt. De afwezigheid van een onderzoeks-journalistieke traditie kan ook een mogelijke verklaring zijn. De nieuws-waardigheidscriteria pleiten nochtans voor een verslaggeving over DES. Uit het model nieuwswaarden van Galtung en Ruge, Chibnall en Jewkes kunnen we de volgende nieuwswaarden selecteren voor de DES zaak: belangrijkheid, nieuwheid, grafisch voorstelbaar (tijdslijn of de kankers), nabijheid, schandaal & gevaar, individualisering (hoewel er een collectief slachtofferschap is, kan men één iemand uit die groep lichten). Ondanks deze criteria is er niet excessief bericht over DES. Geweld in een éénduidige voorstel-bare manier met directe slachtoffers lijkt heel belangrijk te zijn voor criminaliteitsverslaggeving.
De enige verklaring voor het tekort aan onderzoeksjournalistiek zijn de bevinding van Reiner en Levi. Daarnaast is er de laatste jaren ook een daling vast te stellen in gespecia-liseerde berichtgeving, die deels veroorzaakt wordt door de commerciële visie van multimedia concerns (Reiner, 2002). Op een meer structureel niveau kunnen mediabedrijven zelf remmend werken voor bepaalde vormen van bericht-geving zoals corporate crime verslaggeving. Dit kan door niet te investeren in personeel, tijd of transport - zeker in het geval van transnationale onderzoeken die extreem duur zijn – of door verstrengelde belangen en de invloed van netwerken op het mediabedrijf (Levi, 2006).
Info Bronnen:
Tom Demeestere
Erasmushogeschool – Universitaire Associatie Brussel
Departement Toegepaste Taalkunde
Criminaliteit in de media:
De representatie van corporate crime in de Vlaamse kranten DS & HLN
Master in de Journalistiek
Academiejaar 2007 - 2008
*DIB vzw heeft op 9/1/2017 de officiële toestemming gekregen van "License 2 Publish" om persartikelen kosteloos te plaatsen op de website www.desinbelgium.be